Hollandse garnalen

De Hollandse garnaal is klein en daarom machinaal moeilijk te pellen. Eenmaal gevangen worden de garnalen gespoeld en gelijk gekookt. Het koken wordt bewust gedaan omdat ze dan direct gedesinfecteerd worden. Koken heeft ook een conserverende werking. De garnalen worden hierdoor langer houdbaar. Door het koken trekken de garnalen krom. Dat is later weer makkelijker met pellen. Door de fijne structuur kan de garnaal het beste ‘naturel’ gegeten worden. Bijvoorbeeld in koude gerechten zoals cocktails, mousses en salades. In warme gerechten kun je garnalen prima gebruiken als garnituur bij soepen en sauzen. Je hoeft geen topkok te zijn om mooie gerechtjes te maken van garnalen. De schalen van de garnaal zijn overigens heel geschikt om bouillon van te maken. Maak garnalen altijd vlak voor het opdienen klaar en warm ze achteraf niet weer op. Dit komt de smaak absoluut niet ten goede. Noordzeegarnalen eet u zo vers mogelijk.